Het systeemnummer vindt u op uw certificaat, bij elektronische sluitsystemen (blueChip en blueSmart) ook op de programmeerkaart. Bij mechanische sluitsystemen brengen wij de systeem- en sluitingsnummers zowel op de cilinder als op de sleutel aan.
Bij elektronische sluitsystemen (blueChip en blueSmart) wordt het systeemnummer op de deurcomponent (cilinder, deurbeslag, toegangslezer) en het identmedium (sleutel, sleutelhanger-tag en legitimatiekaart) aangebracht. Bovendien de zogenaamde component-ID. Deze is eenduidig voor elk identmedium en elke deurcomponent van een sluitsysteem.
De systeemnummers verstrekken wij in de toegangscontrole/tijdregistratie, zodat een eenduidige specificatie van het systeem mogelijk is.
Het systeemnummer van uw toegangscontrole/ tijdregistratie vindt u op alle opdrachtbevestigingen, facturen, afleverbonnen en configuratieschema's. In de software kunt u het systeemnummer onder info in de kopbalk bekijken.

Met name bij buitendeuren mag de cilinder buiten niet meer dan 3 mm boven het beslag uitsteken. Daarom is de juiste maatvoering doorslaggevend voor de betreffende veiligheid die de cilinder biedt. De cilinder heeft een totale lengte die bestaat uit de lengte van de buitenzijde (A-zijde) en de binnenzijde (B-zijde). De A- en B-lengte wordt altijd gemeten vanaf de boring (stiftschroefboring) waarmee de cilinder in het deurslot wordt vastgeschroefd. Instructievideo's vindt u hier: Naar de video

Bij verlies van de programmeerkaart kan via de vakhandelaar een vervangende programmeerkaart worden aangeschaft. De nieuwe programmeerkaart krijgt het volgende vrije doorlopende kaartnummer en heft bij het eerste gebruik automatisch de autorisatie van alle vorige programmeerkaarten op. Als alternatief kan een extra programmeerkaart worden geboekt. Daarbij behouden andere actieve programmeerkaarten hun rechten.

Ons competentiecentrum helpt u daarbij graag verder. U bereikt het competentiecentrum onder het telefoonnummer: 07424/9823190.

Tip: wij adviseren een dagelijkse, tenminste echter een regelmatige back-up van de database van het sluitsysteem, bijvoorbeeld op een verwisselbaar opslagmedium of op een andere server.

In dit geval zou u een onderhoudsspray moeten gebruiken. Hiervoor adviseren wij bijv. smeermiddelen zoals WD-40 of Klüber Quietsch-Ex, die in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Over het algemeen adviseren wij 2x per jaar de cilinders te smeren. Gebruik in geen geval grafiet of olie voor de smering! Neem onze inbouw- en gebruiksaanwijzingen in acht, te vinden op Technische downloads.

Onze partner bij verkoop en service is de vakhandel. De dealer die het dichtst bij u in de buurt is, vindt u onder www.winkhaus.com/haendlersuche.

Een aanpassing van de stiftmontage achteraf is vanwege de continue documentatie van het sluitplan van elk Winkhaus keyTec fabriekssluitsysteem niet mogelijk.

Ja, de communicatie tussen identmedium en deurcomponent is gecodeerd op applicatieniveau 128 bit AES

De volgende elektronische identmedia zijn bruikbaar: sleutel (actief en passief), kaart, sleutelhanger en armband.

Er kunnen verschillende voorgedefinieerde of individuele tijdprofielen worden gebruikt om de toegang lokaal en tijdelijk te beperken.

Alle componenten zijn 100% offline-compatibel incl. opwaardeerlezer en toegangscontrolecentrale.

Er kunnen extra transponders worden geïntegreerd voor de bediening van externe systemen. Verder zijn er hybride kaarten waarin verschillende transponders zijn ingebouwd.

Doorgaans minimaal 10 jaar, op voorwaarde dat zelf wordt geleverd.

Neem de montagehandleiding in acht. Let in het bijzonder op de geschiktheid van het type voor het slot. De meenemer moet bij standaardcilindertypes in de uittrekstand van de sleutel (van elektronisch gecontroleerde zijde uit gesloten) in de regel 45° t.o.v. de scharnierzijde worden uitgelijnd. Anders kan de cilinder na afloop van de autorisatietijd in ongunstige inbouwposities in het slot vast komen te zitten.

Een bedrading is bij elektronische cilinders, elektronische deurbeslagen en meubelsloten niet nodig. Bij componenten met bedrading (offline-lezer, opwaardeerlezer, toegangscontrolecentrale en online-lezer) zijn er bepaalde randvoorwaarden die wij in de betreffende installatiehandleidingen vermelden.

Meestal zijn lege batterijen de reden voor een dergelijke sluitingsstoring. Is een bediening van de cilinder door zwakke batterijen niet meer mogelijk, dan bestaat de mogelijkheid met behulp van de programmeeradapter en een bevoegde sleutel de cilinder van noodstroom te voorzien en zo te openen. Als alternatief kan een actieve sleutel (blueSmart Active) met eigen toegangsrechten worden gebruikt (eigen powerfunctie). Of u geeft de toegangsrechten voor een paar seconden voor een noodopening door aan de actieve sleutel (externe powerfunctie). Deze noodopeningen worden overeenkomstig in de gebeurtenissenlijsten geprotocolleerd. Bij blueCompact kan de hoofdsleutel of een andere actieve sleutel voor de noodopening worden gebruikt.
Tip: bewaar de actieve sleutel voor noodgevallen op een toegankelijke, open plek op. De noodopening is alleen mogelijk in combinatie met een geautoriseerde sleutel, wanneer de actieve sleutel zelf niet bevoegd is bij de cilinder.

Een noodstroomvoorziening van elektronische cilinders is op verschillende manieren mogelijk. Vergelijk hiervoor het punt: "Mijn elektronische cilinder kan niet meer worden gesloten". Bij de dubbele knopcilindertypes 6X is hiervoor een afzonderlijke poweradapter nodig. Meubelsloten worden via micro-USB-poorten en een powerbank van stroom voorzien. Bij elektronische deurbeslagen van het type ETB is geen noodstroomvoorziening nodig, omdat de batterijen direct vanaf de A-zijde vervangen kunnen worden.

De cilinder is niet op de programmeeradapter aangesloten..
De batterij van de cilinder is leeg.
Cilinder met externe stroomvoorziening is niet verbonden met het batterijpack
De transacties zijn nog niet in de programmeeradapter geladen, bijvoorbeeld vanwege een niet correcte verbinding met de administratiesoftware of een nog niet uitgevoerde synchronisatie.
De batterij van de programmeeradapter is leeg.
De programmeerkaart werd niet correct aan de programmeeradapter gepresenteerd.

Afhankelijk van het cilindertype wordt een bepaald batterijtype ingezet. Afhankelijk van het cilindertype en de omgevingstemperatuur bereiken blueSmart sluitcilinders een batterijlevensduur van 25.000 – 500.000 activeringen of van 6-10 jaar stand-by. De exacte gegevens vindt u in onze technische gegevensbladen of in de specificaties op het Winkhaus Partnerportaal.

Firebird 2.0/3.0 of MS SQL wordt ondersteund.

Client: Windows 7, Windows 8, Windows 10, Windows 11

Server: Windows Server 2008 / 2008R2 / 2012 / 2012R2 / 2016 / 2019 / 2022 (ook als virtuele server), Windows 7, 8, 10, 11

De installatie gebeurt 'on-premise'. Software wordt eenmalig verkocht. Via een software-onderhoudscontract worden updates (binnen de Major Releases) en upgrades (meer geavanceerde Major Releases) beschikbaar gesteld. Voor upgrades zijn extra Winkhaus diensten nodig en evt. firmware-updates van componenten.

Bepaalde events kunnen als TCP/IP-string aan andere systemen worden doorgegeven. Welke informatie overgedragen wordt, kan overeenkomstig in blueControl Professional geparametreerd worden, net als het binnen bepaalde grenzen vrij instelbare dataformaat. Zo kunnen bijvoorbeeld boekingstarieven zoals geautoriseerde of geblokkeerde boekingen automatisch aan het betreffende externe systeem worden doorgegeven.

Via de extra module universele overdrachtsinterface kunnen andere databases worden aangesloten. De verbinding moet eveneens door het externe systeem worden gecontroleerd. Er wordt een uitvoerige documentatie van de tabellen beschikbaar gesteld.

Het beheer van gebouwen kan zowel centraal plaatsvinden als decentraal via dienovereenkomstig verbonden clients.

Er kan een willekeurig aantal clients worden aangemaakt. Dit wordt in een gemeenschappelijke installatie en een database opgezet. De gegevensbestanden kunnen onafhankelijk van elkaar worden beheerd. De toegangsrechten kunnen voor diverse clients tegelijk worden verstrekt.

De software beschikt over een online-helpfunctie.

Er kunnen verschillende gebruikersgroepen / rollen worden ingericht en verschillende rechten worden verdeeld. Elke gebruiker wordt aan een groep toegewezen. De menutoegangsrechten kunnen individueel op 'Bewerken', 'Lezen' en 'Wissen' worden geconfigureerd.

Voor de aanmelding in de software is in de regel een 2-factor-authenticatie noodzakelijk. Hiervoor wordt naast een wachtwoord een programmeerkaart gebruikt. Afhankelijk van de softwareversie is instelbaar of gebruikersgroepen de programmeerkaart nodig hebben voor hun aanmelding. Als alternatief voor het invoeren van een wachtwoord kan de Windows-authenticatie via LDAP worden gebruikt (single sign-on).

Er kunnen op een later tijdstip softwaremodules geïnstalleerd worden. Sommige modules bouwen op elkaar op of zijn afhankelijk van hardware-uitrusting, zodat evt. ook een hardware-upgrade noodzakelijk is.